Klik rechts van de stip in de navigatiebalk hierboven muziek aan / uit

Huit Chansons françaises FP. 130

2. La belle se sied au pied de la tour

Tekst: Volkslieder

La belle se siet au pied de la tour,
Qui pleure et soupire et mène grand dolour.
Son père lui demande: fille qu’avez-vous
volez-vous mari ou volez-vous seignour?
Je ne veuille mari je ne veuille seignour
Je veuille le mien ami qui pourrit en la tour.
Par Dieu ma belle fille alors ne l’aurez vous
Car il sera pendu demain au point du jour.
Père si on le pend enfouyés moi dessous
Ainsi diront les gens ce sont loyales amours.



xx

Het meisje zat aan de voet van de toren

Vertaling: Rein de Vries

Het meisje zat aan de voet van de toren,
en huilde en zuchtte en klaagde haar smart.
Haar vader vroeg haar: dochter, wat scheelt je,
wil je een man of wil je een broodheer?
Ik wil geen man, ik wil geen heer,
Ik wil mijn lief, die wegkwijnt in de toren.
Ach god, mijn lieve kind, dat zal niet gaan
want hij wordt morgen bij dageraad opgehangen.
Vader, als ze hem ophangen, begraaf mij dan eronder.
Dan zullen de mensen zeggen: dat waren trouwe geliefden.