Drie motetten op. 76

1. Let us now praise famous men

.

Let us now praise famous men,
and our fathers that begat us.
Such as did bear rule in their kingdoms,
men renowned for their power.
Leaders of the people 
by their counsels and by their knowledge.
Such as found out musical tunes,
and recited verses in writing.
All these were honoured in their generations, 
and were the glory of their times.
And some there be which have no memorial;
who are perished as though they had never been.
Their bodies are buried in peace;
but their name liveth for evermore.

.

Laat ons nu roemrijke mensen loven

.

Laat ons nu roemrijke mensen loven,
en onze vaderen die ons verwekten.
Zoals zij heersten in hun koninkrijken,
mensen bekend om hun macht.
Leiders van het volk
door hun raadgevingen en door hun kennis.
Zoals gevonden in gezangen,
en voorgedragen in geschreven verzen.
Zij werden geëerd tijdens hun generatie,
en waren de glorie van hun tijd.
Er zijn enkelen die geen gedenkteken te hebben;
die zijn verdwenen alsof ze nooit hebben bestaan.
Hun lichamen zijn begraven in vrede;
maar hun naam leeft voor eeuwig voort.