Sports et Divertissements

Sports et Divertissements ( Sport en Ontspanning ) is een cyclus van 21 korte piano stukken samengesteld in 1914 door Erik Satie. De set bestaat uit een inleidend koraal en 20 muzikale schetsen die verschillende sport- en recreatieve activiteiten uitbeelden. Het werd voor het eerst gepubliceerd in 1923 en is lang beschouwd als een van zijn beste werken.

Muzikaal vormt het het hoogtepunt van Satie's humoristische pianosuites (1912-1915), maar staat los van die serie door de combinatie van verschillende kunstvormen. Sports verscheen oorspronkelijk als een album voor verzamelaars met illustraties van Charles Martin, passend bij Satie’s muziek, proza-poëzie en kalligrafie. Deze werden door Satie in zijn prachtige handgeschreven partitures verstrekt, die in facsimile werden gedrukt.






                                        

xx

Choral inappétissant

Tekst: Erik Satie

Pour les "recroquevillés", et les "abêtis",
j'ai écrit un choral grave et convenable. Ce
choral est une sorte de préambule amer, une
manière d'introduction austère et infrivole.
J'y ai mis tout ce que je connais sur l'ennui.
Je dédie ce choral à ceux qui ne m'aiment pas.
Je me retire.

xx

Onsmakelijk koraal

Voor hen die opgedroogd en lamgeslagen zijn
heb ik een ernstig en gepast koraal geschreven.
Dit koraal is een soort bittere inleiding,
een soort van strenge en onluchtige introductie.
Ik heb er alles wat ik van verveling weet ingestopt.
Ik draag dit koraal op aan allen die me niet mogen.
Ik trek me terug.

 

Volgende

xx

xx

1. La balançoire

C'est mon coeur qui se balance ainsi.
Il n'a pas le vertige.
Comme il a de petits pieds.
Voudra-t-il revenir dans ma poitrine ?

xx

De schommel

Mijn hart gaat zo heen en weer.
Het wordt niet duizelig.
Het is alsof het kleine voetjes heeft.
Wil het in mijn borst terugkomen?

 

Volgende

xx

xx

2. La chasse

Entendez-vous ce lapin qui chante ?
Quelle voix !
Le rossignol est dans son terrier.
Le hibou allaite ses enfants.
Le marcassin va se marier.
Moi, j'abats des noix à coup de fusil.

xx

De jacht

Hoor je het konijn zingen?
Wat een stem!
De nachtegaal verbergt zich in zijn hol.
De uil geeft haar kinderen borstvoeding .
Het zwijn gaat trouwen.
En ik, ik gebruik noten als munitie.

 

Volgende

xx

xx

xx

3. La comédie italienne

Scaramouche explique les beautés de l'état militaire.
On y est fortement malin, dit-il.
On fait peur aux civils.
Et les galantes aventures !
Et le reste !
Quel beau métier !

xx

Italiaanse komedie

Jan Klaassen legt de mooiigheid van de militaire staat uit.
Het is extreem ingenieus, zegt hij.
Het maakt de burgers bang.
En dan de ridderlijke escapades!
En de rest!
Wat een mooi beroep!

 

Volgende

xx

xx

xx

4. Le réveil de la mariée

Arrivée du cortège.
Appels.
Levez-vous !
Guitares faites avec de vieux chapeaux.
Un chien danse avec sa fiancée.

xx

Het ontwaken van de bruid

Aankomst van de stoet.
Kreten.
Sta op!
Gitaren gemaakt van oude hoeden.
Een hond danst met haar verloofde.

 

Volgende

xx

xx

xx

5. Colin-Maillard

Cherchez, Mademoiselle.
Celui qui vous aime est à deux pas.
Comme il est pâle : ses lèvres tremblent.
Vous riez ?
Il tient son coeur à deux mains.
Mais vous passez sans le deviner.

xx

Blindemannetje

Ga zoeken, jongedame.
Degene die van u houdt staat vlakbij.
Hoe bleek is hij : zijn lippen trillen.
U lacht?
Hij houdt zijn hart vast met beide handen.
Maar u draait rond zonder te raden waar ik ben.

 

Volgende

xx

xx

xx

6. La pêche

Murmures de l'eau dans un lit de rivière.
Venue d'un poisson, d'un autre, de deux autres.
"Qu'y a-t-il ?"
"C'est un pêcheur, un pauvre pêcheur."
"Merci"
Chacun retourne chez soi, même le pêcheur.
Murmures de l'eau dans un lit de rivière.

xx

Vissen

Ruisen van water in een rivierbedding.
Er komt een vis, en nog een, en nog een.
"Wat is het probleem?"
'Het is een visser, een arme visser.'
"Bedankt."
Iedereen gaat naar huis, zelfs de visser.
Ruisen van water in een rivierbedding.

 

Volgende

xx

xx

xx

7. Le yachting

Quel temps !
Le vent souffle comme un phoque.
Le yacht danse.
Il a l'air d'un petit fou.
La mer est démontée.
Pourvu qu'elle ne se brise pas sur un rocher.
Personne ne peut la remonter.
"Je ne veux pas rester ici," dit la jolie passagère.
"Ce n'est pas un endroit amusant.
J'aime mieux autre chose.
Allez me chercher une voiture."

xx

Spelevaren

Wat een weer!
De wind jankt als een zeehond.
De boot danst op en neer.
Hij lijkt wel gek.
De zee is stormachtig.
Mits het niet op de rotsen breekt
kan niemand van boord.
"Ik wil hier niet blijven", zegt de mooie passagiere.
"Dit is niet leuk meer.
Ik doe liever iets anders.
Ga een auto voor me halen."

 

Volgende

xx

xx

xx

8. Le bain de mer

"La mer est large, Madame."
"En tous cas, elle est assez profonde."
Ne vous asseyez pas dans le fond. C'est très humide."
"Voici de bonnes vieilles vagues."
"Elles sont pleines d'eau."
"Vous êtes toute mouillée !"
"Oui, Monsieur."

xx

Pootjebaden

"De zee is breed, mevrouw."
"In ieder geval behoorlijk diep.
Ga niet op de zeebodem zitten. Het is erg vochtig."
"Dit zijn mooie hoge golven."
"Ze zitten vol water."
"U bent helemaal nat!"
"Ja meneer."

 

Volgende

xx

xx

xx

9. Le carnaval

Les confetti descendent !
Voici un masque mélancolique.
Un pierrot ivre fait le malin.
Arrivent de souples dominos.
On se bouscule pour les voir.
"Sont-elles jolies ?"

xx

Carnaval

Confetti komt naar beneden!
Hier is een melancholiek masker.
Een dronken Pierrot doet gemeen.
De lenige Domino’s komen eraan.
Ze maken haast om ze te zien.
“Zijn ze knap?”

 

Volgende

xx

xx

xx

10. Le golf

Le colonel est vêtu de "scotch Tweed" d'un vert violent.
Il sera victorieux.
Son "caddie" le suit portant les "bags".
Les nuages sont étonnés.
Les "holes" sont tout tremblants.
Le colonel est là !
Le voici qui assure le coup : son "club" vole en éclats !

xx

Golf

De kolonel is gekleed in een felgroene "Scotch tweed."
Hij zal wel winnen.
Zijn “caddy” volgt met de “bags”.
De wolken zijn verbaasd.
De "holes" zijn helemaal rillerig.
De kolonel is er!
Hij is zeker van zijn slag: hij slaat zijn "club" aan diggelen!

 

Volgende

xx

xx

xx

11. La pieuvre

La pieuvre est dans sa caverne.
Elle s'amuse avec un crabe.
Elle le poursuit.
Elle l'a avalé de travers.
Hagarde, elle se marche sur les pieds.
Elle boit un verre d'eau salée pour se remettre.
Cette boisson lui fait grand bien et lui change les idées.

xx

De inktvis

De inktvis zit in zijn grot.
Hij speelt met een krab.
Hij zit hem achterna.
Hij slikt ‘m heel door.
Versuft trapt ie op zijn eigen tenen.
Hij drinkt een glas zeewater om te herstellen.
Die dronk doet hem goed en hij verandert van luim.

 

Volgende

xx

xx

xx

12. Les courses

La foule.
Le pesage.
Achat du programme.
Vingt et vingt.
Aux rubans.
Départ.
Ceux qui se dérobent.
Les perdants (nez pointus et oreilles tombantes.)

xx

Race

Het publiek.
Gezien worden.
Het programma kopen.
Inzetten.
Linten omdoen.
De renbaan verlaten.
Zij die terugkrabbelen.
De verliezers (neus omlaag gericht en hangende oren ).

 

Volgende

xx

xx

xx

13. Les quatre-coins

Les quatre souris.
Le chat.
Les souris agacent le chat.
Le chat s'étire.
Il s'élance.
Le chat est placé.

xx

Kat en muis

Vier muizen.
Een kat.
De muizen irriteren de kat.
De kat strekt zich uit.
Hij springt.
De kat treft doel.

 

Volgende

xx

xx

xx

14. Le picnic

Les quatre souris.
Ils ont tous apporté du veau très froid.
Vous avez une belle robe blanche.
Tiens ! Un aéroplane !
Mais non : c'est un orage.

xx

Picknick

Ze brachten allemaal heel koud kalfsvlees mee.
Je hebt een mooie witte jurk aan.
Kijk! Een vliegtuig!
Welnee, het is maar een donderwolk.

 

Volgende

xx

xx

xx

15. Le water-chute

Si vous avez le coeur solide, vous ne serez
pas trop malade.
Il vous semblera que vous tombez d'un
échafaudage.
Vous verrez comme c'est curieux.
Attention !
ne changez pas de couleur.
Je me sens mal à l'aise.
Cela prouve que vous auriez besoin de vous amuser.

xx

De waterbaan

Als je een sterk hart hebt, zal je je niet
erg beroerd voelen.
Het zal lijken of je van
een steiger valt.
Je zult zien hoe vreemd het is.
Pas op!
Verschiet niet zo van kleur.
Ik voel me ongemakkelijk.
Dat bewijst dat je wat afleiding nodig hebt.

 

Volgende

xx

xx

xx

16. Le tango

Le tango est la danse du diable.
C'est celle qu'il préfère.
Il la danse pour se refroidir.
Sa femme, ses filles et ses domestiques se refroidissent.

xx

Tango

De tango is de dans van de duivel.
Het is die waarvoor hij een voorkeur heeft.
Het is de dans die je koud maakt.
Zijn vrouw, zijn dochters en zijn bedienden koelen zich af.

 

Volgende

xx

xx

xx

17. Le traîneau

Quel froid !
Mesdames, le nez dans les fourrures.
Le traîneau file.
Le paysage a très froid et ne sait où se
mettre.

xx

Sleeën

Wat een kou!
Dames, steek je neus in je bontjas.
De slee vliegt.
De natuur is erg koud en het kan haar
niets schelen.

 

Volgende

xx

xx

xx

18. Le flirt

Il se disent de jolies choses, des choses
modernes.
"Comment allez-vous ?"
"Ne suis-je pas aimable ?"
"Laissez-moi ?"
"Vous avez de gros yeux."
"Je voudrais être dans la lune."
Il soupire.
Il hoche la tête.

xx

Flirten

Hij zegt van die leuke dingen,
moderne dingen.
"Hoe gaat het met u?"
"Ben ik niet leuk?"
"Staat u mij toe?"
"U hebt grote ogen."
"Ik zou graag op de maan willen zijn."
Hij zucht.
Hij schudt zijn hoofd.

 

Volgende

xx

xx

xx

19. Le feu d'artifice

Comme il fait noir !
Oh ! Un feu de Bengale !
Une fusée !
Une fusée toute bleue !
Tous admirent.
Un vieillard devient fou.
Le bouquet !

xx

Vuurwerk

Het wordt zo donker!
Oh! Een Romeinse kaars!
Een lichtflits!
Een helemaal-blauwe lichtflits!
Iedereen is vol bewondering.
Een oude man draait door.
De uitsmijter!

 

Volgende

xx

xx

xx

20. Le tennis

Play ?
Yes !
Le bon serveur.
Comme il a de belles jambes !
Il a un beau nez.
Service coupé.
Game !

xx

Vuurwerk

Play ?
Yes !
Goeie serveerder.
Wat heeft ie mooie benen!
Hij heeft een mooie neus.
Topspin service.
Game!

 

xx

xx