Klik rechts van de stip in de navigatiebalk hierboven muziek aan / uit

.

Aus der Kindheit

Tekst: Julius Karl Reinhold Sturm

Ein Hügel war's, wo ich im Gras
zur Sommerzeit am liebsten sass
als frohes Kind allein;
weit um mich her die grüne Au
und über mir nur tiefes Blau
und goldner Sonnenschein.

Da schwärmten Falter mir vorbei,
und fleiss'ge Bienen summten frei
mir um das blonde Haar.
Goldkäfer stellten oft sich ein,
und Grillen musizierten fein
zum Tanz der Mückenschar.

Und wenn der Tag zu Rüste ging,
wie selig da mein Auge hing
an Wolken, goldumsäumt!
O, das war tiefe Poesie, -
so lebensvolle, wie ich nie -
mir je als Mann erträumt.

.

Uit de kindertijd

.

Een heuvel was het, waar ik in het gras
‘s zomers het liefst gezeten was
als een gelukkig kind, alleen;
Alom was er de groene wei
en een diep blauw boven mij
waarin de zon gouden scheen.

Vlinders fladderden voorbij
en vlijtige bijen zoemden vrij
om mijn blonde haar.
Rozenkevers blonken
en krekels klonken
bij de dans der muggenschaar.

En als aan de dag een einde kwam,
hoe zalig kleefden mijn ogen dan
aan wolken met goud omzoomd!
Oh, de diepe poëzie daarvan -
in mijn leven als volwassen man
heb ik het nooit meer zo gedroomd.