Klik rechts van de stip in de navigatiebalk hierboven muziek aan / uit

.

This endris night

Tekst: D. L. Jackson

This endris night I saw a sight
A star as bright as day;
And ever among a maiden sung,
“Lullay, by by, lullay.”

 

This lovely lady sat and sung,
And to her Child did say:
“My Son, my Brother, Father, dear,
Why liest Thou thus in hay?”

 

“My sweetest bird, thus ’tis required,
Though Thou be King veray;
But nevertheless I will not cease
To sing, By by, lullay.”

 

The Child then spake in His talking,
And to his mother said:
“Yea, I am known as Heaven-King,
In crib though I be laid.

 

“For angels bright down to Me light:
Thou knowest ’tis no nay:
And for that sight thou may’st delight
To sing, By by, lullay.”

 

“Now, sweet Son, since Thou art a king,
Why art Thou laid in stall?
Why dost not order thy bedding
In some great kingès hall?

 

“Methinks ’tis right that king or knight
Should lie in good array:
And then among, it were no wrong
To sing, By by, lullay.”

 

“Mary mother, I am thy Child,
Though I be laid in stall;
For lords and dukes shall worship Me,
And so shall kingès all.

 

“Ye shall well see that kingès three
Shall come on this twelfth day.
For this behest give Me thy breast
And sing, By by, lullay.”

 

“Now tell, sweet Son, I Thee do pray,
Thou art my Love and Dear—
How should I keep Thee to Thy pay,
And make Thee glad of cheer?

 

“For all Thy will I would fulfill—
Thou knowest well, in fay;
And for all this I will Thee kiss,
And sing, By by, lullay.”

 

“My dear mother, when time it be,
Take thou Me up on loft,
And set Me then upon thy knee,
And handle me full soft.

 

“And in thy arm thou hold Me warm,
And keep Me night and day,
And if I weep, and may not sleep,
Thou sing, By by, lullay.”

 

“Now sweet Son, since it is come so,
That all is at Thy will,
I pray Thee grant to me a boon,
If it be right and skill,—

 

“That child or man, who will or can
Be merry on my day,
To bliss Thou bring—and I shall sing,
Lullay, by by, lullay.”

 

 

.

Verleden nacht

.

Verleden nacht zag ik iets bijzonders
Een ster zo helder als de dag;
En steeds daarbij zong een jongevrouw,
“Slaap, kindje  kindje , slaap.”

Deze mooie vrouw zat en zong,
En zei tegen haar kind:
"Mijn Zoon, mijn Broeder, Vader, lieveling,
Waarom ligt u daar in het hooi? "

“Mijn liefste vogel, zo is het beschikt,
Hoewel gij waarlijk koning bent;
Maar toch zal ik niet ophouden
Te zingen, kindje  kindje, slaap. “

Het kind sprak toen,
En zei tegen zijn moeder:
"Ja, ik ben bekend als Hemel-Koning,
In een kribbe echter ben ik gelegd.

"Want engelen schenen op mij neer:
Gij weet dat het zo is:
En door dat inzicht kunt u genieten door
Te zingen, kindje  kindje, slaap. “

"Maar, liefste Zoon, aangezien Gij een koning zijt,
Waarom bent u in een stal gelegd?
Waarom heeft u niet uw bed
In een prachtige koningszaal verordend?

Medunkt is het logisch dat een koning of ridder
in prachtige opschik moet liggen:
En daarbij zou het dan geen kwaad kunnen
Te zingen, kindje  kindje, slaap. “

'Maria moeder, ik ben uw Kind,
Hoewel ik in een stal ben gelegd;
Heren en hertogen zullen Mij aanbidden,
En dat zullen ook alle koningen doen.

"U zal zien dat die drie koningen
Op de twaalfde dag zullen komen.
Voor dit decreet geef mij uw borst
En zing, kindje  kindje, slaap. “

'Vertel nu, liefste Zoon, ik vraag het u,
U die mij lief en dierbaar is—
Hoe moet ik u tevreden stellen,
En u blij maken van gemoed?

"Vooral wil ik uw wil vervullen—
U weet het best, in geloof;
En voor dit alles wil ik u kussen,
En zingen, kindje kindje, slaap. “

'Mijn lieve moeder, wanneer het tijd is,
Til me dan op in de hoogte,
En zet mij op uw knie,
En behandel me vol tederheid.

"En houdt mij warm in uw armen,
En behoedt mij nacht en dag,
En als ik ween, en niet kan slapen,
Zing dan kindje kindje, slaap. “

"Nu liefste Zoon, nu het zo is gekomen,
Dat alles naar Uw wil is,
Hoop ik dat u mij een gunst verleent,
Als het naar redelijkheid is toegestaan, —

“Het kind of de man, die op mijn dag
Blij kan of wil zijn,
Moet u zegening brengen—en ik zal zingen,
Slaap, kindje kindje, slaap. “