Klik rechts van de stip in de navigatiebalk hierboven muziek aan / uit

Z. 461

Beneath a dark and melancholy grove

Tekst: onbekend

Beneath a dark and melancholy grove,
Mix'd with the cypress and the mournful yew,
The charming Sappho lay,
Melting in tears for her lost love
Whom envious fate had stole away.
And thus her words did her deep sighs pursue,
"Thou charming dear, thou better soul of mine,
Belov'd by all the Nine but most by me,
The rival mistress of thy harmony.
How oft did we those raptures prove
Which fed the pamper'd god of love,
And seem'd to gain attention from above,
Whilst list'ning mortals here,
Mov'd by thy skill, attentively drew near.
Envy herself could not forbear.
My mind's all discord, since that mournful day
I ne'er could sing or play.
My harpsichord and lute have long been mute,
A swelling grief siezes on ev'ry string,
And I weep when I should sing.
This only for my pride I find,
Tho' the gods were to me unkind,
They of themselves and heaven took care,
And robb'd this world of what they wanted there."

 



xx

In een donker en droefgeestig bos

xx

In een donker en droefgeestig bos,
een mengeling van cipres en treurige taxus,
lag de charmante Sappho,
wegsmeltend in tranen om haar verloren liefde
die het jaloerse lot had weggenomen.
En aldus gingen haar woorden haar diepe zuchten achterna,
"Gij lieftallige schat, betere wederhelft van mijn ziel,
geliefd door de Musen, maar het meest door mij,
de rivaliserende minnares van uw zielenrust.
Hoe vaak hebben wij die extase genoten,
die de verwende god van de liefde voedde,
en de aandacht van boven leek te trekken,
terwijl hier toehorende stervelingen aandachtig
naderbij kwamen, door uw vaardigheid bewogen.

De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.