In the dark pine-wood
I would we lay,
In deep cool shadow
At noon of day.
How sweet to lie there,
Sweet to kiss,
Where the great pine-forest
Enaisled is!
Thy kiss descending
Sweeter were
With a soft tumult
Of thy hair.
O unto the pine-wood
At noon of day
Come with me now,
Sweet love, away.
Ik wou dat ik met jou
in het donkere dennenbos lag
in diepe koele schaduwen
zo midden op de dag.
Hoe zoet daar te liggen,
hoe zoet te vrijen,
waar het wel een kerk lijkt
daar tussen hoge bomenrijen!
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.