Cold blows the winter wind: 't is Love,
Whose sweet eyes swim with honeyed tears,
That bears me to thy doors, my love,
Tossed by the storm of hopes and fears.
Cold blows the blast of aching Love;
But be thou for my wand’ring sail,
Adrift upon these waves of love,
Safe harbor from the whistling gale!
Koud blaast de winterwind: 't is Liefde,
Wiens lieve ogen drijven in honingzoete tranen,
Die mij voor uw deur draagt, mijn lief,
Heen en weer geworpen door de storm van hoop en vrees.
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.