Jeg stængte for mit Paradis
Og tog dets Nögle med.
Det bar tilhavs fornordlig Bris,
Mens skjönne Kvinder sit Forlis
På Havsens Strand begræd.
Mod Syd, mod Syd skar Kjölens Flugt
De salte Strömmes Vand.
Hvor Palmen svaier stolt og smukt,
I Krans om Oceanets Bugt,
Jeg stak mit Skib i Brand.
Ombord jeg steg på Slettens Skib,
Et Skib på fire Ben.
Det skummed under Piskens Hieb,
Jeg er en flygtig Fugl, o grib,
Jeg kviddrer på en Gren!
Anitra, du er Palmens, Most,
Det må jeg sande nu...!
Ja, selv Angoragjedens Ost
Er neppe halvt sa söd en Kost,
Anitra, ak som du! Anitra, ak som du!
Ik heb mijn paradijs gesloten
en nam de sleutel mee.
Ik steek in zee met de noordenwind,
terwijl mooie vrouwen op het strand
mijn vertrek betreuren.
Zuidwaarts, zuidwaarts snijdt mijn kiel
door de zoutwater stromingen.
Waar rond een inham van de oceaan
fier mooie palmbomen zwaaien,
heb ik mijn boot in brand gestoken.
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.
Webontwerp en vertalingen: Bert Nieuwenhuize © (tenzij anders vermeld) Geen publicatie of gebruik zonder toestemming.
xx
Neem contact op via de link bovenaan de pagina's. Vermeld waarvoor u de tekst wilt gebruiken, deze zal u dan per ommegaande worden toegestuurd.
Bij publicatie dient u naam en bron te vermelden. Publicatie voor commerciële doeleinden is niet toegestaan.
