I. Introitus
Requiem Aeternam dona eis, domine:
et lux perpetua luceat eis.
Te decet hymnus Deus in Sion
et tibi redetur votum
in Jerusalem:
exaudi orationem mean,
ad te omnis caro veniet.
Requiem Aeternam Dona eis, Domine:
et lux perpetua luceat eis
II. In Te, domine, Speravi
Tu ad liberandum suscepturus hominem
non horruisti Virginis uterum.
Tu devicto mortis aculeo,
aperuisti credentibus regna coelorum.
Exprtum est in tenebris lumen rectis.
Miserere nostri, Domine
miserere nostri.
Fiat misericordia tua, domine, super nos
quemadmodum speravimus in te.
In te domine, speravi:
non confundar in aeternum.
III. O Nata Lux
O nata lux de lumine,
jesu redemptor saeculi,
dignare clemens supplicum
Laudes preces que sumere.
Qui carne quondam contegi
dignatus es pro perditis.
Nos membra confer effici,
tui beati corporis.
IV. Veni, Sancte Spiritus
Veni, Sancte Spiritus
Et emitte coelitus
Lucis tuae radium.
Veni, pater pauperum,
Veni, dator munerum,
Veni, lumen cordium
Consolator optime,
Dulcis hospes animae,
Dulce refrigerium.
In labore requies,
In aestu temperies,
In fletu solatium
O lux beatissima,
Reple cordis intima
Tuorum fidelium.
Sine tuo numine,
nihil est in homine,
Nihil est innoxium.
Lava quod est sordidum,
Riga quod est aridum,
Sana quod est saucium.
Flecte quod est rigidum,
Fove quod est frigidum,
Rege quod est devium
Da tuis fidelibus,
In te confidentibus,
Sacrum septenarium.
Da virtutis meritum,
Da salutis exitum,
Da perenne gaudium.
V. Agnus Dei - Lux Aeterna
Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
dona eis requiem.
Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
dona eis requiem.
Agnus Dei,
qui tollis peccata mundi
dona eis requiem sempiternam.
Lux aeterna luceat eis, Domine:
cum sanctis tuis in aeternum:
quia pius es.
Requiem aeternum dona eis,
Domine,
et lux perpetua luceat eis.
Alleluia. Amen.
I. Introitus
Schenk hen de eeuwige rust, o Heer:
en moge het eeuwige licht op hen schijnen.
Lof komt u toe, o God, in Zion,
en aan u worden geloften opgedragen
in Jeruzalem:
hoor mijn gebed,
tot u zal alle vlees komen.
Schenk hen de eeuwige rust, o Heer:
en moge het eeuwige licht op hen schijnen.
II. In Te, domine, Speravi
Gij, die om de mens verlossing te brengen,
geen vrees hebt gehad voor de schoot van de Maagd.
Gij, die de prikkel van de dood hebt overwonnen
en voor de gelovigen het hemels Rijk hebt geopend.
Voor de rechtvaardigen ontsprong een licht in de duisternis.
Erbarm u over ons, o Heer,
erbarm u over ons.
Laat uw erbarmen, Heer, over ons geschieden
want we hebben onze hoop op u gevestigd.
O Heer, op u heb ik mijn hoop gevestigd:
wil mij nimmer beschamen.
III. O Nata Lux
O Licht geboren uit Licht,
Jezus, verlosser van de wereld,
verwaardig u de lofzangen en de gebeden
van uw smekelingen te aanvaarden.
Gij, die tot vlees wilde worden
omwille van hen die verloren waren,
geef dat wij deel mogen worden
van uw gezegende lichaam.
IV. Veni, Sancte Spiritus
Kom, heilige geest
en zend uw lichtstraal
uit de hemel.
Kom, vader van de armen,
kom, gever van giften,
Kom, licht van de harten.
Allerbeste Vertrooster,
Zoete gast van de ziel,
Zoete verfrissing,
Bij arbeid zijt Gij rust,
Bij hitte zijt Gij verkoeling,
Bij verdriet zijt Gij troost.
O allergezegendst licht,
Vul bij al uw gelovigen
het diepst van hun hart.
Zonder uw majesteit
is er niets in de mens,
is niets onschadelijk.
Maak schoon wat vuil is,
maak vochtig wat droog is,
genees wat gewond is.
Maak soepel wat star is,
Verwarm wat koud is,
wijs wat verdwaalt de juiste weg.
Vergun aan uw gelovigen,
hun die op u vertrouwen,
uw zevenvoudige geschenken.
Schenk de beloning van de deugd,
schenk de bevrijding van de verlossing,
schenk eeuwigdurende vreugde.
V. Agnus Dei - Lux Aeterna
Lam Gods
dat wegneemt de zonden der wereld,
geef hun rust.
Lam Gods
dat wegneemt de zonden der wereld,
geef hun rust.
Lam Gods
dat wegneemt de zonden der wereld,
geef hun de eeuwige rust.
Moge eeuwig licht op hen schijnen, o Heer:
voor eeuwig en altijd in het gezelschap van uw heiligen:
want Gij zijt genadig.
Schenk hun de eeuwige rust,
o Heer,
en laat het eeuwige licht op hen schijnen.
Alleluja. Amen.