Aspicient ad me quem confixerunt, regnavit a
ligno Deus.
Potaverunt me aceto, vulnerasti cor meum.
For love I tended you in paradise, my people,
raised you as the chosen vine, in my heart’s
vineyard guarded you from harm.
What have I done to you?
How have I injured you?
Parched in the arid chasms of the sands in
pity for your thirst, in pity I made flint weep,
I guarded you from harm.
What have I done to you?
Zij zullen Mij aanschouwen, die Mij doorstoken hebben,
De Heer regeert; de wereld zal niet worden bewogen.
Ze gaven mij azijn te drinken, zij die mijn hart hebben verwond.
Uit liefde ontving ik u in het paradijs, mijn volk,
ontfermde mij over u als de uitverkoren rank, in de wijngaard
van mijn hart behoedde ik u voor onheil.
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.