Chiome d'oro, bel tesoro,
tu mi leghi in mille modi
se t'annodi, se ti snodi.
Candidette perle elette,
se le rose che coprite
discoprite, mi ferite.
Vive stelle che sì belle
e sì vaghe risplendete,
se ridete m'ancidete.
Preziose, amorose,
coralline labbra amate,
se parlate mi beate.
O bel nodo per cui godo,
o soave uscir di vita,
o gradita mia ferita!
Schat van gouden lokkenpracht,
jullie boeien me op duizend manieren,
zowel gevlochten als loshangend.
Perfect gekozen witte pareltjes,
als de roos die jullie verbergt
jullie onthult, verwonden jullie mij.
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.
Voor het gehele Boek Madrigalen VII,
klik hier voor de voorwaarden.