11. VAGO AUGELLETTO CHE CANTANDO VAI
a sei e sette voci con doi violini e un contrabbasso
(Quartine di Sonetto di Francesco Petrarca, Canzoniere)
Vago augelletto che cantando vai,
over piangendo, il tuo tempo passato,
vedendoti la notte e ’l verno a lato
e’l dì dopo le spalle e i mesi gai,
se, come i tuoi gravosi affanni sai,
così sapessi il mio simile stato,
verresti in grembo a questo sconsolato
a partir seco i dolorosi guai.
MOOIE KLEIN VOGELTJE
voor zes / zeven stemmen met twee violen en contrabas
(Sonnet-kwatrijnen; Petrarca, Canzoniere)
Mooie klein vogeltje, jij die blijft zingen,
of liever huilen, om de tijd die is verstreken,
want naast je zie je nacht en winter
en achter je dag en lente,
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.
Voor het gehele Boek Madrigalen VIII,
klik hier voor de voorwaarden.