Vau: Et egressus est a filia Sion omnis decor eius;
facti sunt principes eius velut arietes
non invenientes pascua,
et abierunt absque fortitudine ante faciem subsequentis.
Zain: Recordata est Ierusalem dierum afflictionis suae,
et praevaricationis, omnium desiderabilium suorum,
quae habuerat a diebus antiquis, cum caderet
populus eius in manu hostili, et non esset auxiliator;
viderunt eam hostes, et deriserunt sabbata eius.
Heth: Peccatum peccavit Ierusalem propterea instabilis facta est;
omnes qui glorificabant eam spreverunt illam,
quia viderunt ignominiam eius;
ipsa autem gemens conversa est retrorsum.
Ierusalem, Ierusalem,
convertere ad Dominum Deum tuum.
Vau: En van de dochter Sions is al haar sieraad weggegaan;
haar vorsten zijn als de herten,
die geen weide vinden,
en zij gaan krachteloos henen voor het aangezicht des vervolgers.
Zain: Jeruzalem is, in de dagen harer ellende
en harer veelvuldige ballingschap, indachtig aan al haar gewenste dingen,
die zij van oude dagen af gehad heeft; dewijl haar volk door de hand
des tegenpartijders valt, en zij geen helper heeft; de tegenpartijders
zien haar aan, zij spotten met haar rustdagen.
Heth: Jeruzalem heeft zwaarlijk gezondigd, daarom is zij als een afgezonderde vrouw geworden; allen, die haar eerden, achten haar onwaard,
dewijl zij haar naaktheid gezien hebben;
zij zucht ook, en zij is achterwaarts gekeerd.
Jeruzalem, Jeruzalem,
wend u tot de Heer, uw God.