How have I strayed, my God, where have I been
Since first I wandered in the maze of sin?
Lord, I have been I know not where,
So intricate youth's follies are;
And age hath its lab'rinths too,
Yet neither hath a wise returning clue.
Thy look, thy call, to me
Shall my far better Ariadne be,
O most sweet dear Jesu.
Hark, I hear my shepherd call away
And in a doleful accent say:
Why does my Lamb thus stray?
O blessed voice,
That prompts me to new choice!
And fain, dear shepherd, fain would I come
But I can find no track
To lead me back,
And if I still go on I am undone.
'Tis thou, O Lord, must bring me home,
Or show the way,
For poor souls have thousand ways to stray,
Yet to return but only one.
Hoever ben ik afgedwaald, mijn God, waar ben ik geweest
sinds ik voor het eerst door het doolhof van zonden zwierf?
Heer, ik ben weet ik niet waar geweest,
de zwakheden van de jeugd zijn zo dwaas
en ouderdom kent ook zijn dwalingen,
en beide weten niet hoe wijselijk terug te keren.
Uw blik, uw roep, zal mijn
draad van Ariadne zijn,
O liefste liefste Jezus.
Luister, ik hoor van verre mijn herder roepen
en met een treurige nadruk zeggen:
Waarom dwaalt mijn lam aldus?
O, gezegende stem,
die me aanzet tot een nieuwe keuze!
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.