Since from my dear Astraea's sight
I was so rudely torn,
My soul has never known delight,
Unless it were to mourn.
But oh! alas, with weeping eyes
And bleeding heart I lie;
Thinking on her, whose absence 'tis,
That makes me wish to die.
Sinds de tijd dat mijn lieve Astraea
zo bruut aan mijn zicht is ontrukt,
heeft mijn ziel geen verrukken gekend,
behalve die van het rouwen.
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.