Solo soprano
There is a spirit which I feel that delights to do no evil,
nor to revenge any wrong,
but delights to endure all things,
in hope to enjoy its own in the end.
Its hope is to outlive all wrath and contention
and to weary out all exaltation and cruelty.
It sees to the end of all temptations.
If it be betrayed it bears it,
for its
ground and spring is the mercies and forgiveness of God.
Its crown is meekness,
its life is everlasting love unfeigned;
it takes its kingdom with entreaty and not with contention
and keeps it by lowliness of mind.
In God alone it can rejoice.
Praise the Lord, O my soul.
Main choir
Blessed are the poor in spirit:
for theirs is the Kingdom of Heaven.
Blessed are they that mourn:
for they shall be comforted.
Blessed are the meek:
for they shall inherit the earth.
Blessed are they which do hunger and thirst after righteousness:
for they shall be filled.
Blessed are the merciful:
for they shall obtain mercy.
Blessed are the pure in heart:
for they shall see God.
Blessed are the peacemakers:
for they shall be called the children of God.
Blessed are they which are persecuted for righteousness’ sake:
for theirs is the Kingdom of Heaven.
Blessed are ye, when men shall revile you and persecute you
and shall say all manner of evil against you falsely for my sake.
Thou wast with me when I fled from the face of mine enemies:
then didst Thou warn me in the night:
Thou carriedst me in Thy power into the hiding place
Thou hadst prepared for me;
there Thou coverdst me with Thy hand,
that in time Thou mightst bring me forth a rock before all the world.
When I was weak Thou stayedst me with Thy hand,
that in Thy time Thou mightst present me to the world in Thy strength,
in which I stand and cannot be moved.
.
Er is een geest die ik ervaar die zich niet verlustigt in het kwaad,
of om misdaden te wreken,
maar met welgevallen alle dingen verdraagt,
in de hoop op het einde in zichzelf behagen te scheppen.
Zijn hoop is om alle woede en strijd te overleven
en alle vervoering en wreedheid te doorstaan.
Hij doorstaat tot het einde alle verleidingen.
Hij draagt het als hij verraden wordt,
want zijn
fundament en spankracht is de genade en vergeving van God.
Zijn kroon is zachtmoedigheid,
zijn leven is eeuwigdurende ongeveinsde liefde;
hij verovert zijn koninkrijk met pleidooi en niet met conflict
en behoudt het door ootmoedigheid.
In God alleen kan hij zich verheugen.
Prijs de Heer, mijn ziel.
.
Zalig zijn de armen van geest:
want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
Zalig zijn zij die treuren;
want zij zullen vertroost worden.
Zalig zijn de zachtmoedigen:
want zij zullen het aardrijk beërven.
Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid;
want zij zullen verzadigd worden.
Zalig zijn de barmhartigen
want hen zal barmhartigheid geschieden.
Zalig zijn de reinen van hart:
want zij zullen God zien.
Zalig zijn de vredestichters:
want zij zullen de kinderen van God genoemd worden.
Zalig zijn zij die vervolgd worden om der gerechtigheid wille:
want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
Zalig zijt gij, wanneer de mensen u belasteren en vervolgen
en allerlei kwaad over u spreken om mijnentwil.
Gij waart met mij toen ik voor het aangezicht van mijn vijanden vluchtte:
dan hebt Gij mij gewaarschuwd in de nacht:
Gij droeg mij met Uw kracht naar de schuilplaats
die Gij mij had bereid;
daar bedekte Gij mij met Uw hand,
zodat Gij op tijd een rots tegen de hele wereld op kon werpen.
Toen ik zwak was bleef Gij bij mij met Uw hand,
zodat Gij mij op Uw tijd aan de wereld kon presenteren in Uw kracht ,
waarin ik sta en niet kan worden verplaatst.