Frühlingskinder im bunten Gedränge,
Flatternde Blüten, duftende Hauche,
Schmachtende, jubelnde Liebesgesänge
Stürzen ans Herz mir aus jedem Strauche.
Frühlingskinder mein Herz umschwärmen,
Flüstern hinein mit schmeichelnden Worten,
Rufen hinein mit trunkenem Lärmen,
Rütteln an längst verschlossenen Pforten.
Frühlingskinder, mein Herz umringend,
Was doch sucht ihr darin so dringend?
Hab' ich's verraten euch jüngst im Traume,
Schlummernd unter dem Blütenbaume?
Brachten euch Morgenwinde die Sage,
Daß ich im Herzen eingeschlossen
Euren lieblichen Spielgenossen,
Heimlich und selig ihr Bildnis trage?
Lentekinderen in bont gedrang,
Fladderende bloesems, een heerlijk ruiken,
Smachtende, jubelende liefdeszang
Dringen in mijn hart vanuit alle struiken.
Lentekinderen zwermen rond mijn hart,
Fluisteren naar binnen met vleiende woorden,
Schreeuwen naar binnen als ladderzat,
Rammelen aan al lang gesloten poorten.
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.
Webontwerp en vertalingen: Bert Nieuwenhuize © (tenzij anders vermeld) Geen publicatie of gebruik zonder toestemming.
xx
Neem contact op via de link bovenaan de pagina's. Vermeld waarvoor u de tekst wilt gebruiken, deze zal u dan per ommegaande worden toegestuurd.
Bij publicatie dient u naam en bron te vermelden. Publicatie voor commerciële doeleinden is niet toegestaan.
