Go, lovely Rose -
Tell her that wastes her time and me,
That now she knows,
When I resemble her to thee,
How sweet and fair she seems to be.
Tell her that's young,
And shuns to have her graces spied,
That hadst thou sprung
In deserts where no men abide,
Thou must have uncommended died.
Small is the worth
Of beauty from the light retired:
Bid her come forth,
Suffer herself to be desired,
And not blush so to be admired.
Then die-that she
The common fate of all things rare
May read in thee;
How small a part of time they share
That are so wondrous sweet and fair!
Ga, mooie roos
zeg haar wat haar tijd verdoet en mij,
opdat ze nu weet,
dat ik gelijkenis met u in haar zie,
hoe lief en mooi ze ze is.
Zeg haar dat de jeugd niet moet vermijden
haar schoonheid te laten bewonderen,
dat wanneer gij opengebloeid zou zijn
in de woestijn, waar geen mens is,
gij ongeprezen had moeten sterven.
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.