When Phoebus first did Daphne love,
and no means might her favour move,
he crav'd the cause. The cause, quoth she,
is, I have vow'd virginity.
Then in a rage he sware, and said,
Past fifteen none but one should live a maid.
If maidens then shall chance be sped
ere they can scarcely dress their head,
yet pardon them, for they be loath
to make good Phoebus break his oath.
And better 'twere a child were born,
than that a god should be foresworn.
[By this they get sweet mother's name,
and are not barren which were blame,
besides by this procure they can
the world a child, the prince a man.
Now Stoick tell me if in this,
that anything be done a-miss.]
Phoebus viel voor Daphne als een blok,
kreeg haar echter maar niet uit haar rok.
Hij was pissig maar zij zei hem plompverloren:
het is omdat ik kuisheid heb gezworen.
Nu werd hij razend en fulmineerde vol venijn:
boven de 15 mag je geen maagd meer zijn!
Gaat een meisje met haar benen wijd
nog voor ze goed en wel is opgeleid,
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.