Che giova posseder cittadi e regni,
E palagi habitar d’alto lavoro,
E serv’intorno haver, d’imperio degni;
Di porpora vestir, mangiar in oro,
Esser cantato da sublimi ingegni,
E l’arche gravi haver, pien di tesoro,
Con l’alta fama arrivar, fin al polo,
Morendo poi nel letto fredd’e solo.
Het heeft geen zin om steden te bezitten,
en rijken, en paleizen te bewonen;
geen zin bediend te worden als een keizer,
uit gouden schalen en op gouden borden,
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.