Domine, exaudi orationem meam;
auribus percipe obsecrationem meam
in veritate tua; exaudi me in tua iustitia.
Et non intres in iudicium cum servo tuo, Domine,
quia non iustificabitur in conspectu tuo omnis vivens.
Quia persecutus est inimicus animam meam,
humiliavit in terra vitam meam;
collocavit me in obscuris,
sicut mortuos saeculi.
Et anxiatus est super me spiritus meus;
in me turbatum est cor meum.
Memor fui dierum antiquorum;
meditatus sum in omnibus operibus tuis,
et in factis manuum tuarum meditabar.
Expandi manus meas ad te;
anima mea sicut terra sine aqua tibi.
Velociter exaudi me, Domine; defecit spiritus meus.
Non avertas faciem tuam a me,
et similis ero descendentibus in lacum.
Auditam fac mihi mane misericordiam tuam,
quia in te speravi.
Notam fac mihi viam in qua ambulem,
quia ad te levavi animam meam.
Eripe me de inimicis meis, Domine, ad te confugi.
Doce me facere voluntatem tuam, quia Deud meus es tu.
Spiritus tuus bonus deducet me in terram rectam.
Propter nomen tuum, Domine, vivificabis me;
in aequitate tua, educes de tribulatione animam meam;
et in misericordia tua disperdes omnes inimicos meos,
et perdes omnes qui tribulant animam meam,
quoniam ego servus tuus sum.
Gloria Patri et Filio et Spiritui Sancto.
Sicut erat in principio, et nunc et semper,
et in saecula saeculorum. Amen.
O Heere! hoor mijn gebed,
neig de oren tot mijn smekingen;
verhoor mij naar Uw waarheid, naar Uw gerechtigheid.
En ga niet in het gericht met Uw knecht;
want niemand, die leeft, zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn.
Want de vijand vervolgt mijn ziel,
hij vertreedt mijn leven ter aarde;
hij legt mij in duisternissen,
als degenen, die over lang dood zijn.
Daarom wordt mijn geest overstelpt in mij,
mijn hart is verbaasd in het midden van mij.
Ik gedenk aan de dagen van ouds;
ik overleg al Uw daden;
ik spreek bij mijzelven van de werken Uwer handen.
Ik breid mijn handen uit tot U;
mijn ziel is voor U als een dorstig land.
Verhoor mij haastelijk, Heere! mijn geest bezwijkt;
verberg Uw aangezicht niet van mij,
want ik zou gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen.
Doe mij Uw goedertierenheid in den morgenstond horen,
want ik betrouw op U;
maak mij bekend den weg, dien ik te gaan heb,
want ik hef mijn ziel tot U op.
Red mij, Heere! van mijn vijanden; bij U schuil ik.
Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God!
Uw goede Geest geleide mij in een effen land.
O Heere! maak mij levend, om Uws Naams wil;
voer mijn ziel uit de benauwdheid, om Uw gerechtigheid.
En roei mijn vijanden uit, om Uw goedertierenheid,
en breng hen om, allen, die mijn ziel beangstigen;
want ik ben Uw knecht.
Glorie aan de Vader, en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest.
Zoals het was in den beginne, en nu,
en tot in alle eeuwigheid! Amen.
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.