In good King Arthur's days
He was a merry king
He threw three servants out of his house
Because they wouldn't sing
[ Because they wouldn't sing
Because they wouldn't sing
He threw three servants out of his house
Because they wouldn't sing ]
The first he was a miller
And the second he was a weaver
And the third he was a little tailor
Three thieving rogues together
[ Three thieving rogues together
Three thieving rogues together
And the third he was a little tailor
Three thieving rogues together ]
The miller he stole corn
And the weaver he stole yarn
And the little tailor he stole broadcloth
For to keep these three rogues warm
[ For to keep these three rogues warm
For to keep these three rogues warm
And the little tailor he stole broadcloth
For to keep these three rogues warm ]
The miller he drowned in his dam
And the weaver he hung on his yarn
And the devil put his foot on the little tailor
With the broadcloth under his arm
[ With the broadcloth under his arm
With the broadcloth under his arm
And the devil put his foot on the little tailor
With the broadcloth under his arm ]
[ . . . ]
Als koning Arthur z'n dag had
Was hij een vrolijke koning.
Hij gooide drie bedienden het huis uit
Omdat zij niet wilden zingen
[ Omdat zij niet wilden zingen
Omdat zij niet wilden zingen
Hij gooide drie bedienden het huis uit
Omdat zij niet wilden zingen ]
De eerste was een molenaar
En de tweede was een wever
En de derde was een kleermakertje
Drie stelende boeven bij elkaar
[ Drie stelende boeven bij elkaar
Drie stelende boeven bij elkaar
En de derde was een kleermakertje
Drie stelende boeven bij elkaar ]
De molenaar stal graan
En de wever stal garen
En het kleermakertje stal katoen
Om de drie boeven warm te houden
[ Om de drie boeven warm te houden
Om de drie boeven warm te houden
En het kleermakertje stal katoen
Om de drie boeven warm te houden ]
De molenaar verdronk naast de molen
En de wever verstikte zich met het garen
En de duivel trapte op het kleermakertje
Met het katoen onder zijn arm
[ Met het katoen onder zijn arm
Met het katoen onder zijn arm
En de duivel trapte op het kleermakertje
Met het katoen onder zijn arm]