Elie der shenker zitst in khalat
di tokhter zayne, zi hot zikh geshmadt.
Tsirele, feygl, kum zhe tsu mir,
ikh vel dir gebn kleyder on a shir!
Tsirele, feygl! Ikh vel dir gebn
tsirung un nadan!
Tsirele, feygl! Un zu der tsu a sheynem,
a sheynem yunger man.
Tsirele, feygl!
Ikh darf nit dayne kleyder,
ikh arf nit ayn nadan,
ikh vil dokh nor dem pristav, dem pristav far a man!
Tsirele, feygl! kum zhe tsu mir!
Mezzo-sopraan:
Elie de oude man zit in de rats,
die dochter van hem, ze is 'm gesmeerd.
Tenor:
Tsirélé, meisje! Kom terug naar je vader,
Ik zal je een mooie jurk voor je huwelijk geven.
Tsirélé, meisje! Ik zal oorbellen
en ringen voor je kopen.
Tsirélé, meisje! En een nette jongeman,
een nette jongeman zal ik je ook geven.
Tsirélé, meisje!
Mezzo-sopraan:
Ik wil geen kleren,
ik wil geen ringen,
ik wil alleen de commissaris, de commissaris als man!
Tenor:
Tsirélé, meisje! Kom naar me terug!
Tsirélé, meisje! Kom naar me terug!
O, kom naar me terug, kom naar me terug.
Tsirélé, meisje!