Vchera moj kot vzgl’anul na kalendar’
I hvost truboju podn’al momental’no,
Potom podral na lestnitsu, kak vstar’,
I zavopil teplo i vakkhanal’no:
«Vesennij brak! Grazhdanskij brak!
Speshite, koshki, na cherdak…»
I kaktus moj - o, chudo iz chudes! -
Zalityj chajem i kofejnoj guschej,
Kak novyj Lazar’, vz’al da i voskres
I s kazhdym dn’om pr’ot iz zemli vs’o pusche.
Zel’onyj shum…Ja porazhon:
«Kak mnogo dum navodit on!»
Uzhe s panelej sm’orzshujus’a gr’az’,
Rugajas’, skalyvajut dvorniki lihie,
Uzhe ko mne zabr’ol segodn’a «kn’az’»,
Vz’al t’oplyj sharf i lyzhi begovye…
«Vesna, vesna - poju, kak bard, -
Nesite zimnij hlam v lombard».
Sijajet solnyshko. Jej bogu, nichego!
Vesenn’aja lazur’ spugnula dym i kopot’,
Moroz uzhe ne schiplet nikogo,
No mnogim nechego, kak i zimoju, lopat’…
Derevja zhdut…Gnijot voda,
I pjanyh bol’she, chem vsegda.
Sozdatel’ moj! Spasibo za vesnu! -
Ja dumal, ona ne vozvratits’a, -
No... daj sbezhat’ v lesnuju tishinu
Ot zloby dn’a, holery i stolitsy!
Vesennij veter za dver’mi…
V kogo b vl’ubits’a, chort voz’mi?
Gisteren keek mijn kater naar de kalender
en in een oogwenk ging zijn staart stokstijf omhoog;
Toen rende hij naar de trap zoals hij gewoon was,
en jankte hartstochtelijk en bacchantisch:
"Lente-bruiloft! Burgerlijk huwelijk!
Poesjes, haast je naar de zolder ... "
En mijn cactus— wonder boven wonder!—
onder het bezinksel van thee en koffie,
is eenvoudigweg als een nieuwe Lazarus opgestaan,
en rijst met de dag machtiger uit zijn pot op.
Groen spektakel ... Ik ben verbaasd:
"Waar je al niet aan moet denken!"
Vurige huismeesters, luid vloekend,
vegen aagekoekt vuil al van de stoepen.
Vandaag heeft een Aziatische voddenboer mij bezocht,
hij nam een warme sjaal en raceskies mee ...
'Het is de lente, het is de lente,' zing ik als een minstreel,
"Breng je winterrommel naar het pandjeshuis."
De zon schijnt. Bij Jupiter, alles is zo kwaad nog niet!
Het blauw van de lente heeft rook en roet verdreven,
de vorst knijpt niemand meer,
maar, net als in de winter, hebben velen niets te eten ...
Bomen komen laat in blad ... water bederft,
en dronkaards worden vaker gezien dan ooit.
O mijn Schepper! Bedankt voor de lente!
(Want ik dacht dat het nooit meer zou komen.)
Maar ... laat mij me terugtrekken in de stilte van het bos,
weg van opdringerig nieuws, cholera, en de hoofdstad!
De lentewind waait buiten ...
Oh verdomme, geef me iemand om van te houden!