Zes romances op. 16

1. Kolïbelnaya pesnya

Tekst: Apollon Maykov

Spi, ditya moyo, spi, usni!
Sladkiy son k sebe mani.
V nyanki ya tebe vzyala
Veter, solntse i orla.

 

Uletel orel domoy;
Solntse skrïlos pod vodoy;
Veter posle trekh nochey
Mchitsya k materi svoey.

 

Sprashivala vetra mat:
“Gde izvolil propadat?
Ali zvezdï voeval?
Ali volnï vse gonyal?”

 

“Ne gonyal ya voli morskikh,
Zvezd ne trogal zolotïkh;
Ya ditya oberegal,
Kolïbelochku kachal!”

 

Spi, ditya moyo, spi, usni!
Sladkiy son k sebe mani.
V nyanki ya tebe vzyala
Veter, solntse i orla.

.

Wiegenlied

.

Slaap, mijn kind, slaap!
Vraag de zoete sluimer over je te komen.
Ik heb de wind, de zon en de adelaar
gevraagd je kindermeisje te zijn.

De adelaar is naar huis gevlogen;
De zon heeft zich onder water verborgen;
na drie nachten vloog de wind
weg naar zijn moeder.

[ . . . ]

De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.