V starïy sad vïkhozhu ya. Rosinki,
Kak almazï, na list’yakh blestyat.
I tsvetï mne golovkoy kivayut,
Razlivaya krugom aromat.
Vsyo vlechyot, veselit moyi vzorï:
Zolotaya pchela na tsvetke,
Raznotsvetnïye babochki krïl’ya
I sineyushchiy les vdaleke.
Kak yarka eta zelen derev’yev,
Kupol neba kak chist i glubok!
I brozhu ya, vostorgom obyatïy,
I sleza zastilaet zrachok!
Kak lyubov’yu i radost’yu dïshet
Vsya priroda pod veshnim luchom!
I dusha blagodarnaya chuyet
Zdes prisutstviye boga vo vsyom!
Ik ga de oude tuin in.
Dauwdruppels schitteren als diamanten op de bladeren,
en bloemen buigen hun kopje naar mij,
rondom geuren verspreidend.
Alles trekt mijn blik en verblijdt mijn ogen:
gouden bijen op een bloem,
kleurige vlindervleugels
en het verre, blauw getinte bos.
[ . . . ]
De volledige tekst kunt u per email opvragen.
Klik hier voor de voorwaarden.