Alle gedichten op alfabetische volgorde

(Alleen de vertaalde titels zijn hier opgenomen)



À celle qui est trop gaie    ( Aan haar die veel te vrolijk is )

À M. Eugène Fromentin    ( Aan M. Eugène Fromentin )

À Théodore de Banville    ( Aan Théodore de Banville )

À une dame créole    ( Aan een Creoolse )

À une Madone    ( Aan een Madonna )

À une Malabaraise    ( Aan een vrouw uit Malabar )

À une mendiante rousse    ( Aan een roodharige bedelaarster )

À une passante    ( Aan een voorbijgangster )

Abel et Caïn    ( Abel en Kaïn )

Albatros (L')    ( De albatros )

Alchimie de la douleur    ( De alchemie van verdriet )

Allégorie    ( Allegorie )

Âme du vin (L')    ( De ziel van wijn )

Amour du mensonge (L')    ( Liefde voor bedrog )

Amour et le crâne (L')    ( Cupido en de schedel )

Au Lecteur    ( Aan de lezer )

Aube spirituelle (L')    ( Spirituele dageraad )

Avec ses vêtements ondoyants et nacrés    ( Met haar parelwitte geplooide kleren... )

Avertisseur (L')    ( Het alarmbelletje )

Aveugles (Les)    ( De blinden )

Balcon (Le)    ( Het Balkon )

Béatrice (La)    ( Beatrice )

Beau navire (Le)    ( Het mooie schip )

Beauté (La)    ( Schoonheid )

Bénédiction    ( Zegening )

Bien loin d'ici    ( Nogal ver van hier )

Bijoux (Les)    ( De sieraden )

Bohémiens en voyage    ( Rondtrekkende zigeuners )

Brumes et pluies    ( Mist en buien )

Cabaret folâtre (Un)    ( Een leuk cabaret )

Calumet de paix imité de Longfellow (Le)    ( De vredespijp, naar Longfellow )

Causerie    ( Gesprek )

Chanson d'après-midi    ( Middaglied )

Chant d'automne    ( Herfslied )

Charogne (Une)    ( Een karkas )

Chat (Le)    ( De kat )

Chat (Le)    ( De kat )

Châtiment de l'orgeuil    ( Straf van trots )

Chats (Les)    ( Katten )

Chevelure (La)    ( Haar )

Ciel brouillé    ( Bewolkte hemel )

Cloche fêlée (La)    ( De kapotte klok )

Confession    ( Bekentenis )

Correspondances    ( Overeenkomsten )

Coucher du soleil romantique (Le)    ( Romantische zonsondergang )

Couvercle (Le)    ( Het deksel )

Crépuscule du matin (Le)    ( Ochtendschemering )

Crépuscule du soir (Le)    ( Avondschemering )

Cygne (Le)    ( De zwaan )

Danse macabre    ( Danse Macabre )

Dédicace    ( Toewijding )

De profundis clamavi    ( Vanuit de diepte klaag ik )

Destruction (La)    ( Destructie )

Deux Bonnes Soeurs (Les)    ( Twee goede zusters )

Don Juan aux enfers    ( Don Juan in de hel )

Duellum

Élévation    ( Omhoog! )

Ennemi (L')    ( De vijand )

Épigraphe pour un livre condamné    ( Epigraaf voor een vervloekt boek )

Examen de minuit (L')    ( Examen om middernacht )

Fantôme (Un)    ( Een gest )

Femmes damnées (À la pâle clarté)    ( Verdoemde vrouwen (In het bleke schijnsel...) )

Femmes damnées (Comme un bétail pensif)    ( Verdoemde vrouwen (Als nadenkend vee...) )

Fin de la journée (La)    ( Het einde van de dag )

Flacon (Le)    ( De fles )

Flambeau vivant (Le)    ( De levende fakkel )

Fontaine du sang (La)    ( De fontein van bloed )

Franciscae meae laudes    ( Ter ere van mijn Frances )

Géante (La)    ( De reuzin )

Gouffre (Le)    ( De afgrond )

Goût du néant (Le)    ( De smaak van nietsigheid )

Gravure fantastique (Une)    ( Een fantastische gravure )

Guignon (Le)    ( Pech )

Harmonie du soir    ( Avond harmonie )

Héautontimouroménos (L')    ( De flagellant )

Hiboux (Les)    ( Uilen )

Homme et la mer (L')    ( De mens en de zee )

Horloge (L')    ( De klok )

Horreur sympathique    ( Sympathieke gruwel )

Hymne    ( Hymne )

Hymne à la Beauté    ( Hymne aan schoonheid )

Idéal (L')    ( Het ideaal )

Imprévu (L')    ( Het onverwachte )

Invitation au voyage (L')    ( Uitnodiging tot reizen )

Irremédiable (L')    ( Het onherstelbare )

Irréparable (L')    ( Onherstelbaar )

J'aime le souvenir de ces époques nues    ( Ik hou van de herinnering aan die naakte tijden... )

Je n'ai pas oublié voisine de la ville    ( Ons witte huisje gaat nog vaak door me heen... )

Je t'adore à l'égal de la voûte nocturne    ( Ik aanbid je als het nachtelijke gewelf... )

Je te donne ces vers afin que si mon nom    ( Ik geef je deze verzen, dus als mijn naam... )

Jet d'eau (Le)    ( De fontein )

Jeu (Le)    ( Gokken )

La servante au grand coeur dont vous étiez jalouse    ( De vriendelijke bediende waar je jaloers op was... )

Lesbos    ( Lesbos )

Léthé (Le)    ( Lethe )

Litanies de Satan (Les)    ( De Litanieën van Satan )

Lola de Valence    ( Lola de Valence )

Lune offensée (La)    ( De beledigde maan )

Madrigal triste    ( Droevig madrigaal )

Martyre (Une)    ( Een martelaar )

Masque (Le)    ( Het masker )

Mauvais Moine (Le)    ( De slechte monnik )

Métamorphoses du vampire (Les)    ( Gedaanteverwisselingen van een vampier )

Moesta et errabunda    ( Rouwen en dwalen )

Monstre (Le)    ( Het monster )

Mort des amants (La)    ( Dood van de geliefden )

Mort des artistes (La)    ( De dood van een artiest )

Mort des pauvres (La)    ( De dood van de armen )

Mort joyeux (Le)    ( De dankbare dood )

Muse malade (La)    ( De zieke Muze )

Muse vénale (La)    ( De omkoopbare Muze )

Musique (La)    ( Muziek )

Obsession    ( Obsessie )

Parfum exotique    ( Exotische parfum )

Paysage    ( Landschap )

Petites Vieilles (Les)    ( De kleine oude dametjes )

Phares (Les)    ( De bakens )

Pipe (La)    ( De pijp )

Plaintes d'un Icare (Les)    ( Klachten van een Icarus )

Poison (Le)    ( Vergif )

Possédé (Le)    ( Bezeten )

Prière d'un païen (La)    ( Gebed van een heiden )

Promesses d'un visage (Les)    ( Beloften van een gezicht )

Que diras-tu ce soir pauvre âme solitaire    ( Wat ga je zeggen vannacht, arme eenzame ziel... )

Rançon (La)    ( Het rantsoen )

Rebelle (Le)    ( De rebel )

Recueillement    ( Meditatie )

Remords posthume    ( Spijt achteraf )

Reniement de saint Pierre (Le)    ( De verloochening door Sint Petrus )

Rêve d'un curieux (Le)    ( Droom van een nieuwsgierig mens )

Rêve parisien    ( Parijse droom )

Revenant (Le)    ( De geest )

Réversibilité    ( Omkeerbaarheid )

Sed non satiata    ( Nooit tevreden )

Semper eadem    ( Altijd Hetzelfde )

Sept Vieillards (Les)    ( De zeven oude annen )

Sépulture    ( Tombe )

Serpent qui danse (Le)    ( De dansende slang )

Sisina    ( Sisina )

Soleil (Le)    ( De zon )

Sonnet d'automne    ( Zonsondergang in de herfst )

Spleen (J'ai plus de souvenirs)    ( Spleen (Als was ik duizend jaar...) )

Spleen (Je suis comme le roi)    ( Spleen (Ik ben als de koning...) )

Spleen (Pluviôse irrité)    ( Spleen (Januari gaat tekeer) )

Spleen (Quand le ciel bas et lourd)    ( Spleen (Wanneer de lage hemel...) )

Squelette laboureur (Le)    ( Het ploeterende skelet )

Sur les Débuts d'Amina Boschetti    ( Op het debuut van Amina Boschetti )

Sur Le Tasse en prison d'Eugène Delacroix    ( Op Tasso in de gevangenis van Eugène Delacroix )

Tonneau de la haine (Le)    ( Het vaatje haat )

Tout entière    ( Allemaal samen )

Tristesses de la lune    ( Droefheid van de maan )

Tu mettrais l'univers entier dans ta ruelle    ( Je zou de hele wereld mee naar bed nemen... )

Une nuit que j'étais près d'une affreuse Juive    ( Een nacht waarop ik naast een vreselijke Jodin lag... )

Vampire (Le)    ( De vampier )

Vers pour le portrait d'Honoré Daumier    ( Verzen voor het Portret van Honoré Daumier )

Vie antérieure (La)    ( Een vorig leven )

Vin de l'assassin (Le)    ( De wijn van de moordenaar )

Vin des amants (Le)    ( De wijn van de geliefden )

Vin des chiffonniers (Le)    ( De wijn van de voddenboer )

Vin du solitaire (Le)    ( De wijn van de eenzame man )

Voix (La)    ( De stem )

Voyage (Le)    ( De Reis )

Voyage à Cythère (Un)    ( Een reis naar Cythera )

Yeux de Berthe (Les)    ( Berthe's ogen )